Grachten en ravelijnen

Een citadel stond nooit alleen. Ze was het sluitstuk van een uitgekiend ontwerp met grachten en andere obstakels. Rond de buitenmuren van de citadel lag een brede natte gracht. Aan de buitenzijde was die gracht afgeboord met een muur, contrescarp genoemd. Archeologen vonden hier resten van die muur en van de trap die naar de gracht leidde.
In 1750 legde men op deze plaats in opdracht van keizerin Maria Theresia een ravelijn aan. Dat is een voorwerk omgeven door een nieuwe gracht, dat als vooruitgeschoven post extra bescherming bood. Het ravelijn dat hier stond, beschermde de hoofdingang van de citadel, die zich vlakbij bevond.

GISid: 
094
Afbeelding: 
Detail uit het 16de-eeuws plan van de citadel, met aanduiding van de trap naar de gracht
De citadel, met aanduiding van het ravelijn dat werd aangelegd om de hoofdingang te beschermen
Archeologen leggen een gekasseide helling bloot grenzend aan de muur van de gracht
Onder de helling bevond zich een oudere bakstenen trap
Latitude: 
51.21
Longitude: 
4.39

Categorie: