Napoleon in Antwerpen
Op 18 juli 1803 bezocht Napoleon met zijn echtgenote Joséphine de Beauharnais Antwerpen. Zij waren allesbehalve enthousiast. Ze vonden de stad middeleeuws en de haven verouderd. Nochtans waren de Fransen toen al negen jaar aan de macht in Antwerpen en was de vrijmaking van de Schelde een feit.
De vrije scheepvaart en handel maakten Antwerpen opnieuw aantrekkelijk voor buitenlandse reders en kooplieden, waardoor de infrastructuur evenmin kon achterblijven. Kort na zijn bezoek vaardigde Napoleon een decreet uit voor de aanleg van twee moderne handelsdokken nabij het Hansahuis. In die periode werd ook gestart met een gedeeltelijke rechttrekking van de Scheldekaaien en de aanleg van de scheepswerf in het zuiden.
Koopvaardij was één zaak maar Napoleon zag vooral de potentie van Antwerpen als oorlogshaven om van daaruit Engeland te bekampen. Tussen 1803 en 1814 werd dan ook ingezet op de bouw van een marine-arsenaal, waar een hele oorlogsvloot van stapel kon lopen. Zo evolueerde Antwerpen zeer snel van handels- naar oorlogshaven met zwaarbewapende linieschepen en fregatten in de dokken.
Niet alleen de haven werd gemoderniseerd, ook de middeleeuwse stad werd getransformeerd tot een moderne stad met publieke gebouwen, brede lanen en pleinen. Stadsarchitect Verly, burgemeester Werbrouck en prefect d’Herbouville bezielden de ideeën. Het stadsbestuur was minder visionair, zodat er slechts enkele projecten werden voltooid, waaronder de Groenplaats.